Focaccia is als gerecht misschien iets minder bekend dan pizza, maar dat wil niet zeggen dat focaccia geen lange, rijke geschiedenis heeft.

Op deze pagina nemen we jou mee op ontdekkingstocht langs de veelzijdige wereld van de focaccia.

Uiteraard krijg je van ons Stap-voor-Stap-instructies om zelf de lekkerste focaccia te maken. We hebben een perfect basisrecept voor focacciadeeg voor je. Zowel in een snellere als in een langzame versie. En we geven je een paar leuke deegvariaties, zoals focacciadeeg met verse kruiden en een variant met bier.

We laten zien hoe je de traditionele Focaccia Genovese maakt.

En natuurlijk hebben we ook talloze tips voor de allerlekkerste toppings.

Daar gaan we…

Inhoudsopgave

»Hoe is focaccia ontstaan?

»Dik of dun, rond of vierkant?

»Wanneer eet je focaccia?

»Deeg maken voor focaccia

»De ingrediënten voor focacciadeeg

»Makkelijk basisrecept voor focacciadeeg

»Snel deegrecept

»Langzaam deegrecept

»Focacciadeeg kneden

»Focacciadeeg maken met poolish

»Tips voor deegvariaties

»Stretchen / uitspreiden van het deeg

»Beleggen van jouw focaccia

»Bakken van jouw focaccia

»De officiële Focaccia Genovese

»Focaccia Toppings

»Hoe bewaar je focaccia?

.


Hoe is focaccia ontstaan?

De geschiedenis van de focaccia gaat terug tot ver voor onze jaartelling. De Grieken, Feniciërs en Carthagers bakten toen al broden van gerst of rogge. Het brood werd op smaak gebracht met vet en vervolgens op een vuur gebakken. Het woord focaccia stamt waarschijnlijk af van het Latijnse focus dat ‘haard’ of ‘haardvuur’ betekent.

Terwijl brood al eeuwen lang dagelijks voedsel is, werd focaccia vroeger gezien als een (luxere) lekkernij. In het oude Rome werd focaccia geofferd aan de goden. En tijdens de Renaissance (14e-16e eeuw) werd focaccia geserveerd bij bruiloftbanketten.

Focaccia Genovese uit Ligurie met olijfolie en zout

“Focaccia Genovese” uit de Italiaanse streek Ligurie, met olijfolie en zout.

In onze moderne tijd is het vooral de Italiaanse stad Genua geweest die van de Focaccia Genovese een beroemd streekproduct heeft gemaakt. Op het zorgvuldig gerezen deeg wordt vlak voor het bakken een mengsel aangebracht van water, zout en de allerbeste olijfolie, uiteraard uit de Ligurië-streek. Als de vers gebakken focaccia uit de oven komt is deze circa 2 centimeter hoog, krokant van buiten en zacht van binnen.

Buiten Genua, in andere plaatsen in de Ligurië-streek, komen ook wel andere variaties voor met als topping ui, peper, rozemarijn of venkelzaadjes, groene of zwarte olijven en salie.

Leuk weetje: In het Ligurische dialect wordt focaccia fugassa genoemd. En in Argentinië staat bij veel pizzeria’s in Buenos Aires de fugazza op het menu. Dit aan focaccia verwante platbrood wordt in een vorm gebakken, heeft geen saus, en heeft een flinke lading ui als topping. Er is ook een variant die fugazzeta heet, daar is de topping kaas.

.


Dik of dun, rond of vierkant?

Focaccia wordt vandaag de dag in heel Italië gebakken en gegeten. Iedere regio geeft er zijn eigen draai aan. Focaccia kan dik en zacht zijn. Of juist dun en knisperend krokant. De toppings liggen meestal op het deeg.

Al is er ook een variant waarbij je het deeg goudbruin bakt en de focaccia dan doormidden snijdt. Tussen de twee deeglagen komen de lekkerste ingrediënten.

Focaccia kan in een ronde vorm gebakken worden of op een (vierkante of rechthoekige) bakplaat. De toppings variëren per regio. Al is er altijd dat ene onmisbaar ingrediënt waar iedere focaccia om vraagt: olijfolie.
.


Focaccia uit Apulië met tomaatjes en oregano

Focaccia Barese, uit Bari, Apulië (Puglia) met tomaatjes, grof zout en oregano.

Wanneer eet je focaccia?

In het zuiden van Italië, in Apulië, is het traditie om Focaccia Barese te eten op een zondagse picknick. Er zit soms ook aardappel in het deeg verwerkt en de favoriete topping is meestal een combinatie van kerstomaatjes of San Marzano- tomaat (vers of uit blik), oregano en wat zout. Soms ook met olijven.

Focaccia is dus een perfect lunch- of brunchgerecht. Maar het is ook ’s avonds lekker, bijvoorbeeld als bijgerecht bij een bijpassende soep.

De Focaccia Genovese wordt trouwens de hele dag door gegeten. De bakkerijen in Genua zorgen de hele dag voor verse aanvoer.

Kijk er niet gek van op als een inwoner van Genua ’s ochtends een stuk focaccia koopt om het vervolgens in zijn of haar cappuccino of cafè latte te dopen.

De dunne, krokante variant van de focaccia is een leuke optie aan de begin van een gezellige pizzabakavond. Je kan vrij makkelijk van een bolletje pizzadeeg een dunne ronde bodem maken. Die bodem prik je even in met een deegprikker zodat deze niet opbolt tjdens het bakken. Dat gebeurt anders omdat de dunne focaccia meestal weinig zwaar beleg heeft dat het deeg ‘ tegenhoudt’.

Besprenkel je bodem met wat olijfolie en strooi er bijvoorbeeld wat zout en rozemarijn of salie of tijm overheen. Even kort bakken en je krokante focaccia is klaar. Snij in repen, of puntjes en serveer direct. Een heerlijk begin van jouw pizzabakavond.

Het is trouwens ook mogelijk om jouw focaccia een zoete topping te geven. Of een combinatie van kaas (gorgonzola of taleggio), fruit (vijgen) of noten. Zo wordt het een heerlijk dessert.
.


Deeg maken voor focaccia

Focacciadeeg lijkt op pizzadeeg. De ingrediënten – bloem of meel (ja, dat zijn twee verschillende dingen), water, gist, zout – zijn sowieso hetzelfde. Ook de manier van bereiden van het deeg is redelijk vergelijkbaar met pizzadeeg. Al zijn er wel een paar kleine verschillen. Een is dat in pizzadeeg niet altijd olijfolie zit, in deeg voor focaccia eigenlijk altijd wel.

Pas in Italië wel altijd erg op met het vergelijken van gerechten. Overal ter wereld worden pizza, focaccia en brood in één adem genoemd. De overeenkomst is dat ze allemaal van deeg worden gemaakt, maar voor Italianen zijn het echt 3 verschillende gerechten.

Je kan van pizzadeeg focaccia maken. Niet in al het pizzadeeg zit echter olijfolie, in deeg voor focaccia hoort dit eigenlijk wel.

De belangrijkste overeenkomst tussen pizzadeeg en focacciadeeg is dat je het deeg altijd voldoende tijd moet geven om te rusten. Dit levert je straks een luchtig en licht verteerbaar deeg op. Laat je deeg niet lang genoeg rusten/rijzen, bijvoorbeeld maar een half uurtje, dan levert dat deeg op dat heel zwaar op de maag ligt en niet luchtig is. Dat is niet wat je wil.

Afhankelijk van de soort bloem of meel die je gebruikt, liggen de rijstijden voor het deeg ergens tussen de 2 en 24 uur. We helpen je hieronder verder op weg met stap-voor-stap-instructies.
.


De ingrediënten voor focacciadeeg

Als je deeg maakt, of het nou voor brood, focaccia of pizza is, dan is het goed om te weten dat alle ingrediënten in verhoudingen tot elkaar gebruikt worden. Die zijn als volgt:

  • bloem of meel: 100%
  • Water: tussen de 52% en 75%
  • Instantgist: tussen de 0,2% en 0,4% (1 tot 4 gram per kilo bloem)
  • Zout: 1,5% tot 3%
  • Olijfolie: 1% tot 4%

Extra uitleg bij al deze percentages lees je op onze pagina over het pizzadeeg basisrecept. Kort samengevat: door te spelen met de percentages kan jij jouw deeg ‘sturen’ in de richting hoe jij deeg het lekkerst vindt.

Hou jij van dun en krokant deeg? » Gebruik dan minder water (bijvoorbeeld 52-55%)

Hou jij van heel luchtig deeg? » Gebruik dan juist wat meer water (60% of meer)

Hou jij van zacht, bros deeg? » Verhoog dan eens de hoeveelheid olijfolie

Vind je het deeg te flauw of juist te zout? » Pas dan de hoeveelheid zout aan

Laat je jouw deeg langer dan 6 uur rijzen? » Gebruik dan minder gist (=0,1%-0,2%)

Wil je je jouw deeg korter laten rijzen (2-4 uur) omdat je wat minder tijd hebt? » Gebruik dan iets meer gist (=0,4%)

Heb je nog niet zoveel ervaring met deegrecepten, dan wil je niet eerst je eigen formule uitdokteren. In zo’n geval is het handig om een kant-en-klaar basisrecept te hebben waar je mee kan beginnen. Die hebben we voor je :-)
.


focacciadeeg makenMakkelijk basisrecept voor focacciadeeg

Dit recept is goed voor een focaccia gebakken in een ronde vorm van circa 35 cm in diameter en 2 cm dik. Of voor één rechthoekige focaccia gebakken op een bakblik van circa 45 x 30 cm (♣).

  • 500 gram 00-bloem (♠)
  • 300 mililiter water (=60%)
  • 1 tot 4 gram gedroogde gist (♦)
  • 10 gram fijn zeezout (of steenzout)
  • 10 gram olijfolie (=2%)

(♣) Hoeveel gram een focaccia brood uiteindelijk wordt, hangt altijd af van jouw recept. Bovenstaand recept levert 825 gram ongebakken deeg op. Na het bakken in de oven houd je een focaccia over van ongeveer 700 gram (exclusief toppings).

(♠) De rijstijd van jouw deeg hangt altijd samen met de bloem die je gebruikt. Wil je jouw deeg kort laten rijzen, gebruik dan bij voorkeur een minder sterke bloemsoort. Laat je jouw deeg lang rijzen, neem dan een sterke bloemsoort. Zie voor meer uitleg hierover de uitgewerkte voorbeelden hieronder voor “snel” en “langzaam” deeg.

(♦) Laat je jouw deeg kort rijzen? Gebruik dan 4 gram gedroogde gist. Laat je jouw deeg lang rijzen? Gebruik dan 2 tot 3 gram gedroogde gist voor bovenstaande hoeveelheden. Afwegen van kleine hoeveelheden gist gaat het beste met een preciesieweegschaal.
.


Snel deegrecept:

Stel: je staat zaterdagochtend om 09.00 uur op en je wil voor de lunch rond 13.00 uur een lekkere focaccia op tafel zetten. Of je bedenkt rond 14.00 uur dat je wel een focaccia wilt bakken voor bij het avondeten. Je hebt in beide voorbeelden circa 4 uur de tijd om de focaccia te maken.

Gebruik in deze gevallen een minder sterke bloemsoort met een W-waarde van W170 tot circa W200 om jouw deeg te maken. Je kan ook deze speciale mix voor focacciadeeg gebruiken.

Maak jouw deeg volgens onderstaande stappen. Laat je deeg na het kneden 2 tot 4 uur rusten/rijzen op 20 graden Celsius in de omgeving. Hoe langer de rusttijd, hoe beter je deeg wordt. Als het warmer is in de omgeving, zal je deeg sneller rijzen dan wanneer het koeler is. Het laatste uur van de rijstijd ligt het deeg in de bakvorm of op de bakplaat.

.


Langzaam deegrecept:

Stel: je wil op vrijdagavond rond 20.00 uur deeg maken om bij de lunch op zaterdag een focaccia te kunnen serveren. Je hebt dan 16 uur de tijd.

Gebruik in dit geval een sterke bloemsoort met een W-waarde van minimaal W260/280. Een W-waarde van 300 of 320 is ook prima. Je kan ook Manitoba-bloem gebruiken.

Maak jouw deeg volgens onderstaande stappen. Laat je deeg na het kneden rusten/rijzen op 20 graden Celsius in de omgeving. Als het warmer is in de omgeving, zal je deeg sneller rijzen dan wanneer het koeler is.

.


Focacciadeeg kneden:

Je kan het focacciadeeg volgens onderstaande stappen zowel met de hand kneden als in je deegmachine, of in jouw keukenmachine met deeghaak.

  • Los als eerste het zout op in het water.
  • Voeg ongeveer 10% van de bloem toe aan het zoute water en meng.
  • Zodra het water niet meer ‘doorzichtig’ is, maar eerder lijkt op ondoorzichtige pap, voeg je de gist toe. Meng tot de gist is opgenomen.
  • Voeg nu in kleine delen de rest van de bloem toe en meng net zolang tot de bloem al het water heeft opgenomen.
  • Het mengen van de ingrediënten gaat vanzelf over in kneden. Kneed ongeveer 10 minuten tot je een mooi glad en soepel deeg hebt.
  • Maak een mooie bol van het deeg (opbollen) waarbij je bovenkant van de deegbol mooi ‘op spanning’ brengt.
  • Leg je deegbol in een met olijfolie ingevette kom en dek af met een deksel of met folie. Je kan de deegbol ook in een deegkrat met deksel leggen.
  • Laat je deeg rusten/rijzen tot je het gaat uitspreiden in de bakvorm of op de bakplaat. Zie ook de aanwijzingen voor het uitspreiden op de bakplaat en het bakken in de oven, verderop op deze pagina.

.


Focacciadeeg

Deeg gemaakt met poolish wordt heel luchtig.

Focacciadeeg maken met poolish

Het basisrecept hierboven is een voorbeeld van een ‘direct deeg’. Je mengt en kneedt jouw ingrediënten in één etappe met elkaar. Het is ook mogelijk om een ‘indirect’ deeg te maken. Je maakt dan deeg in twee etappes. Dat gaat zo:

Op dag 1 maak je een poolish. Dat is een voordeeg of starter. Op dag 2 voeg je de poolish samen met jou ‘hoofddeeg’. Het voordeel van poolish is dat jour focaccia nóg iets luchtiger wordt. Het is wel iets bewerkelijker dan een direct deeg.

Stap 1: Meng 100 gram sterke bloem met 100 gram water en 0,1 gram instantgist om je poolish te maken. Kneed niet, alleen mengen. Laat de poolish vervolgens 12-16 uur fermenteren op 20 graden Celsius.

Stap 2: Meng je poolish met 150 mililiter water en 2 gram instantgist. Voeg 400 gram bloem toe, 10 gram fijn zeezout (of steenzout) en 10 gram olijfolie (=2%). Meng tot alles goed met elkaar vermengd is en kneed je deeg dan nog circa 10 minuten.

Omvouwen van je deeg

Laat je deeg in een deegkrat 2,5 uur afgedekt rusten bij 20 graden Celsius. Nadat het eerste half uur is verstreken, pak je jouw deeg bij twee hoeken aan één zijde en je vouwt het deeg vervolgens ‘doormidden’. Draai je deegkrat zodat de korte zijde van het omgevouwen deeg nu voor je ligt en herhaal de vouw.

Dit vouwen of omslaan van je deeg herhaal je iedere 30 minuten, in totaal dus 4 keer. Dit vouwen is nodig omdat deeg met poolish veel water bevat. Op deze wijze stimuleer je de vorming van het glutennetwerk.

Na de eerste 2,5 uur rust, verplaats je jouw deeg naar de bakvorm of het bakblik. Probeer de rechthoekige vorm te behouden (of rond als je in een ronde vorm bakt). Smeer je deeg in met een dun laagje olijfolie en dek je deeg af.

Laat het nu nog 3 uur rusten/rijzen bij 20 graden Celsius. Halverwege deze rijstijd druk je met de vingers van beiden handen het deeg zoveel mogelijk in de vorm van je bakblik. Doel is om het bakblik zo goed mogelijk te bedekken. Lukt het stretchen niet in een keer, forceer het dan niet, anders scheurt je deeg. Je kan het dan beter 10 minuten even laten rusten en dan opnieuw verder stretchen.

Als de 3 uur erop zitten is het tijd om jouw focaccia te bakken.
.


Tips voor deegvariaties

Focacciadeeg maak je over het algemeen met een met witte type 00- of type 0-bloem. Maar het is eigenlijk heel eenvoudig om op allerlei leuke manieren een hele eigen draai aan jouw deeg te geven. We geven je hier een aantal leuke deegvariaties:

  1. Vervang de hoeveelheid water in het basisrecept (60% water ) eens door evenveel bier naar keuze. Witte wijn kan ook.
  2. Vervang 10% tot 15% van de 00-bloem door een andere bloem- of meelsoort die jij lekker vindt. Dat kan spelt zijn, rogge, meergranen, volkoren, maismeel, havermeel, kastanjemeel of kikkererwtenmeel. Als je wil kan je het percentage “nieuwe” bloem ook verder verhogen. Als de verhouding onder de 50% blijft, kan je het basisrecet verder ongemoeid laten. Wordt het percentage “nieuwe” bloem meer dan 50%, voeg dan minimaal 5% meer water toe.
  3. Meng fijngesneden kruiden door je deeg. Of fijngehakte olijven.
  4. Meng wat geconcentreerde tomatenpuree door je deeg voor een mooi kleureffect.

.


focacciadeeg stretchen uitspreidenStretchen / uitspreiden van het deeg

Welk deegrecept voor focaccia je ook gebruikt, nadat ongeveer tweederde van de rijstijd is verstreken, verhuis je jouw deeg naar jouw bakvorm of bakblik. We hebben een paar handige tips voor je om het stretchen van je deeg een goede start te geven:

    • Wil je een ronde focaccia bakken? Laat je deeg dan bij voorkeur in een ronde kom rusten/rijzen. Als het je lukt om deeg goed op te bollen, dan kan je ook een mooie ronde bol maken van je deeg en deze in een deegkrat laten rusten/rijzen. In alle gevallen gaat het erom dat je de vorm van jouw deeg zo goed als mogelijk behoudt. Dat maakt het stretchen makkelijker.
    • Bak je jouw focaccia op een rechthoekige bakplaat, dan is het handig om jouw deeg voordat het gaat rijzen al min of meer in de goede vorm te vouwen. Laat het daarna bijvoorbeeld in een 40×30 cm deegkrat rusten/rijzen. Je deeg heeft dan al min of meer de rechthoekige vorm van je bakblik.
    • Je kan de focaccia helemaal met de hand vormen (dit beveordert de luchtigheid van je deeg), maar er zijn genoeg filmpjes online te vinden waarin professionele bakkers de deegroller ter hand nemen om het focacciadeeg uit te rollen tot de juiste vorm. Vooral bij de focaccia Genovese, die iets dunner en iets minder luchtig is.

Breng het deeg over naar jouw bakvorm of bakblik

  • Zorg dat je vorm of bakblik altijd is ingevet met een dun laagje olijfolie.
  • Breng jouw bol of stuk deeg (al dan niet alvast in de juiste vorm gemaakt met de deegroller) over naar jouw vorm of bakplaat.
  • Rek het deeg voorzichtig op zodat het de hele bakplaat bedekt. Je kan proberen het stretchen in één keer voor elkaar te krijgen. Maar soms lukt dit niet. Je merkt dan dat het deeg niet meer echt groter wordt. Is dit het geval, dan kan je beter even 10 minuten pauzeren. Het deeg ontspant in die korte pauze en dat maakt het stretchen daarna weer veel makkelijker. Je zal merken dat je deeg na zo’n pauze weer makkelijker uitrekt.
  • Zorg ervoor dat het deeg overal ongeveer even dik is.
  • Rek het deeg voorzichtig uit, maar doe dat niet door er met je platte hand op de slaan. Je slaat dan de ‘honingraten’ in het deeg kapot die straks voor de lucjtigheid moeten zorgen.
  • Als je vorm of bakblik helemaal is bedek met deeg is het moment daar om er een echte kenmerkende focaccia van te maken door de buchi aan te brengen, de kuiltjes. Dat doe je door met de vingers van beide handen voorzichtig kuiltjes in jouw deeg te drukken. Doe dat eerst in de richting van zuid naar noord (of van noord naar zuid) en daarna nog een keer van oost naar west.
  • Nu ben je klaar met het stretchen/vormen van het deeg.
  • Dek je deeg af en laat het in je bakvorm of op het bakblik nog circa een uur rijzen. Daarna ga je beleggen en bakken.

.


focaccia beleggenBeleggen van jouw focaccia

Voor het beleggen van jouw focaccia hebben we een paar tips:

  • Bedenk voor het bakken alvast hoe je jouw focaccia straks gaat snijden. In repen bijvoorbeeld of in vierkante stukken. Door dat nu al te bedenken, helpt jouw om alle ingrediënten symetrisch en gelijkmatig te verdelen. Zo heeft iedereen straks van alle ingrediënten straks iets op zijn stukje focaccia zitten.
  • Veruit de meeste ingrediënten zoals tomaat, ui, gedroogde kruiden zal je met de focaccia meebakken in de oven. Bij delicate toppings zoals prosciutto, venkelsalami of truffel is het vaak beter om deze pas toe te voegen na het bakken omdat anders de smaak verloren gaat tijdens het bakken.

.


Bakken van jouw focaccia

Iedere oven is anders. Het maakt voor het eindresulataat best wel veel uit of je een focaccia op 220 graden Celsius bakt of op 300 graden. In principe geldt: hoe lager de temperatuur in de oven, hoe langer de baktijd.

Om je toch een klein beetje een richtlijn te geven: in een elektrische oven moet je op 230 graden ongeveer op 15 minuten baktijd rekenen. Op 200 graden duurt het circa 20 minuten en op 250 graden en minuut of 10. Hou je focaccia altijd in de gaten tot deze minstens mooi goudbruin is gekleurd.
.


focaccia genovese met olijfolie en zoutZo maak je de Officiële Focaccia Genovese

De Focaccia Genovese is krokant van buiten en zacht van binnen. Om dit effect te bereiken wordt voor het afbakken een mengsel van water, zout en de allerbeste olijfolie uit de Ligurië-streek op het deeg aangebracht. Daarna wordt de focaccia gebakken.

Wil je dit zelf eens proberen? Meng dan 100 gram water (kamertemperatuur) met 30 gram olijfolie en 5 gram zout.

Je kan alle 3 de ingrediënten in een fles of dressingshaker doen en dan schudden tot je een mooie emulsie hebt.

Wat ook prima werkt is het zout mengen met het water en de olijfolie nog even apart houden. Breng als eerste de olijfolie aan op je deeg en voeg dan het zoute watermengsel toe. Met je vingertoppen verspreid je alles over je deeg. Doch dat zachtjes en zonder druk uit te oefenen op je mooi gerezen deeg. Je kan eventueel ook een kookkwastje gebruiken.

Het mengsel van olie, zout en water wordt salamoia genoemd: pekel.

Na het bakken is de focaccia goudkruin van kleur en knapperig. Vaak wordt er met een kwastje nog een dun laagje olijfolie op het gebakken deeg aangebracht om het een mooie glans te geven.

.


Focaccia Toppings

Quo toppings kan je met focaccia héél veel kanten op, van hartig tot zoet. Wij geven je hier een hele serie bewezen lekkere combinaties ter inspiratie:

Lekkere focaccia toppings

Groente / Vegetarisch

  • ui wit, rood of gemixt, oregano, zout, peper
  • tuinbonen, gorgonzola, zout, olijfolie
  • Gegrilde paprika, zout, peper
  • Pesto Genovese, flinterdunne schijfjes voorgekookte aardappel, groene tuinbonen, verse kruiden.
  • Olijven
  • Gegrilde groenten
  • Kappertjes en olijven
  • Artisjok, pesto
  • Verse tomaatjes
  • Olijfolie en knoflook (zie ook dit recept voor pizza met knoflook en olie)
  • Rucola en Parmigiano
  • Verse kruiden (gemengd), olijfolie, Parmigiamo en rucola

Kaas

  • Stracchino (of Taleggio)-olijfolie
  • Mascarpone en verse kruiden (oregano, tijm, rozemarijn, salie)-zout-peper
  • Vlokken of grote schaafsels Grana Padan-druppels balsamico
  • ui, olijf en Robiola (kaas)
  • Buffelmozzarella, tomaat, basilicum
  • Ricotta, flinterdunne plakjes knoflook, zout en peper
  • Brie, paddestoelen en spek
  • Gorgonzola, mascarpone en ui

Vleeswaren

  • Pancetta en truffelolie
  • Prosciutto, vijg, taleggio of gorgonzola
  • Salsiccia, ricotta
  • Mix aan vleeswaren, bijvoorbeeld salami, prosciutto crudo, pancetta, zout, peper. Of Prosciutto crudo, Prosciutto cotto, spek
  • Bresaola, olijven of olijventapenade
  • Guanciale (uitgebakken) en burrata
  • Mortadella en Grana Padano

Vis

  • Ansjovis, knoflook, ui, gorgonzola
  • Kappertjes, ansjovis, olijven, zout, rode peper
  • Artisjok, ansjovis
  • Tonijn, olijventapenade (of olijven), ui
  • Zalm en garnalen

Zoet

  • chocoladepasta
  • witte druiven

Bekijk voor nog meer inspiratie zeker even ons blogje over de Klassieke Italiaanse Pizza’s. De smaakcombinaties van deze pizzaklassiekers hebben zich in de praktijk al meer dan bewezen. Jij kan ze zo namaken. Resultaat gegarandeerd!

.


focaccia met olijven en zeezout

Focaccia met olijven en zeezout

Hoe bewaar je focaccia?

Je kan een gebakken focaccia ongeveer 1 dag goed houden door deze – zodra deze helemaal is afgekoeld – zo luchtdicht mogelijk te bewaren. Bijvoorbeeld in een afgesloten trommel of bak met deksel. Een focaccia invriezen kan ook, deze blijft dan zeker wel 2 tot 3 maanden goed. Na ontdooien kan je de focaccia eventueel nog even opwarmen in de oven, dit zal de smaak zeker ten goede komen. Maak bij het opwarmen de deegranden even licht vochtig met een beetje water, dan droogt het deeg minder snel uit in de oven.

Vragen?

Heb jij na het lezen van deze pagina nog vragen over het zelf maken van focaccia? Of heb jij wat gehad aan onze tips? Laat dan zeker hieronder even een reactie achter!

En deel deze pagina gerust op de socials.

Stefan & Elkin (van italiëplein)